De bekostiging van het MBO

Het mbo wordt voor het over grote deel bekostigd via de lumpsum. Daarnaast zijn er nog meer financieringsmogelijkheden vanuit de rijksoverheid. Bekend zijn o.a. de ‘randstadgelden’, het NPO, het Nationaal Groeifonds en nieuwe voorstellen in de ‘Werkagenda MBO’. Hoe het geld wordt besteed is volgens de wet (WEB) aan het bestuur van de instelling. Op die manier kunnen instellingen hun beleid en onderwijs beter afstemmen op de situatie van de school. Bijvoorbeeld op het aantal leerlingen en de behoefte aan materialen. En is er ook een stevige rol, o.a. instemming op de hoofdlijnen van de begroting, weggelegd voor de ondernemingsraad. Bij de verdeling van de budgetten in het beroepsonderwijs en de volwasseneneducatie (bve) houdt de overheid rekening met het aantal leerlingen en het aantal diploma’s. In de bijlage die u hier kunt downloaden, nog veel meer informatie over de wijze van bekostigen van het mbo.

Inflatie oorzaak armoede thuis en in de klas

Uit een enquête van onderwijsvakbond AOb is gebleken dat veertig procent van het onderwijspersoneel in de financiële problemen komt wanneer er pas in het voorjaar – bij nieuwe cao’s – een loonsverhoging komt.

Meer dan de helft van het onderwijspersoneel ziet armoede onder hun leerlingen en studenten: ‘geen lunch en kapotte schoenen’. (bron: RTLNieuws 04 oktober)

Redenen genoeg voor de AOb om haar leden op te roepen om aan te sluiten bij de acties van FNV en om op 26 november in Amsterdam bijeen te komen op een grootscheepse manifestatie om mee te demonstreren voor tegen de armoede in de klas en voor hogere lonen in o.a. het onderwijs.

Meer informatie >>

Bron: AOb 07 november

Minster Dijkgraaf zegt mbo meer dan 4 miljard toe

Donderdag 20 oktober presenteerde minister Robbert Dijkgraaf tijdens zijn werkbezoek aan ROC Nijmegen, zijn Werkagenda mbo. “De mbo-studenten hebben recht op beter onderwijs ‘zodat iedereen kan worden wat hij of zij wil’. Daarnaast is een boost voor het mbo-onderwijs”, volgens Dijkgraaf, “pure economische noodzaak”.

In het kader van de Werkagenda mbo investeert het kabinet structureel zo’n 367 miljoen per jaar extra in het mbo. Het budget van de kwaliteitsafspraken (circa € 528 miljoen) wordt ingezet voor de doelstellingen uit de Werkagenda mbo. Voor de uitvoering van de Werkagenda, die loopt tot en met 2027, komt jaarlijks zo circa 0,9 miljard beschikbaar – € 367 miljoen aan nieuwe investeringen  en € 528 miljoen voor de kwaliteitsafspraken -in totaal een investering van ruim  € 4 miljard euro over vijf jaar.

Nederlandse Onderwijspremie 2023

In de maand oktober kan elke mbo-instelling één onderwijsteam voordragen voor de Nederlandse Onderwijspremie. Per sector maken drie onderwijsteams kans op een premie van 500.000 euro, 800.000 euro of 1,2 miljoen euro.

De Nederlandse Onderwijspremie is bedoeld voor onderwijsteams die een onderwijsinitiatief hebben verbeterd of ontwikkeld en als stimulans voor docenten om door te blijven gaan met onderwijsinnovatie en kennisdeling.

De Nederlandse Onderwijspremie wordt georganiseerd door het Nationaal Regieorgaan Onderwijsonderzoek (NRO) in opdracht van het ministerie van OCW. Meer informatie vindt u op de website van het NRO.

NPO verlengd voor mbo en hoger onderwijs

Het Nationaal Programma Onderwijs (NPO) wordt voor het mbo en het hoger onderwijs met een jaar verlengd. Hiermee krijgen studenten en instellingen meer tijd om te werken aan herstel. Dat heeft onderwijsminister Robbert Dijkgraaf bekendgemaakt.

Mbo’s, hogescholen en universiteiten zijn afgelopen jaar aan de slag gegaan met de uitvoering van het NPO. Het programma is bedoeld om studievertragingen, achterstanden en stagetekorten weg te werken die door corona zijn ontstaan. Mbo’s, hogescholen en universiteiten krijgen een jaar extra om de beschikbare middelen te besteden aan studentenwelzijn. De middelen kunnen nu tot eind 2023 worden besteed, met 2024 als uitloopjaar.