Een sprookje of een nachtmerrie…

Door: Micha van der Wolk, bestuurslid Platform Medezeggenschap MBO

Er was eens een enthousiast mbo-team dat heel graag een nieuwe collega wilde opleiden tot docent Nederlands. De achtergrond was dat er een tekort was aan docenten Nederlands en dat de opgave om studenten hun taalvaardigheden op niveau van de diploma-eisen te brengen erg groot was in de context van de grootsteedse problematiek. De werkbegeleider maakte werk van de wens van het team en er meldde zich een eerstejaars stagiaire van de deeltijdopleiding Nederlands van de hogeschool. Ze had zelf na het vmbo op het mbo gezeten en wilde graag zich in het mbo ontwikkelen tot docent Nederlands. Ze was 25 jaar oud, en alleenstaand, moeder en moest dus naast haar deeltijdopleiding werken om haar rekeningen te kunnen betalen. Ze werkte in de zorg, maar de maand was steeds te lang of haar inkomen schoot tekort.

Als stagiaire kreeg ze de kans te experimenten en mee te kijken in de oriëntatiefase van haar eerste stageperiode. Van zelf lesgeven was nog geen sprake. Haar vakcoach liet haar zien wat het instroomniveau van haar studenten was. De stagiaire schrok hiervan. Bijna de helft van de startende eerstejaars haalden niet het niveau van 1F. Terwijl 3F de diploma-eis was.

Na de drie maanden oriënteren meldde de stagiaire tijdens een begeleidingsgesprek aan de werkbegeleider dat ze een nieuwe bijbaan had gevonden. Ze kon bij Maandag zelfstandig aan de slag als docent Nederlands op een vmbo in een van de welbekende prachtwijken. Dit zou betekenen dat ze, met drie maanden ervaring als student/stagiaire van de lerarenopleiding Nederlands als docent les zou gaan geven aan de leerlingen op een van de toeleverende scholen van de mbo-opleiding waar ze zelf haar oriënterende stage deed.

Maandag neemt een student uit het eerste jaar van de lerarenopleiding aan en zendt haar uit als docent Nederlands in het vmbo. Dat is door Maandag ingegeven door winstbejag en korte termijn denken: los van of ze het zou kunnen is het afbreukrisico voor deze stagiair levensgroot. De vmbo lijkt in paniek: er is een schreeuwend tekort aan bevoegde docenten Nederlands en dit is wat ze dan blijkbaar doen. Los van de veronderstelde kwaliteiten en inzet van de stagiaire is het goed even stil te staan bij de leerlingen en hun ouders die verwachten dat ze op de vmbo goed onderwijs krijgen en een mooi diploma zullen verdienen waarmee ze naar het mbo kunnen om hun droom waar te maken. De realiteit is anders: de leerlingen in het vmbo krijgen een onervaren en onbevoegde docent die zelf het vak leert als stagiaire in het mbo. Daar, in het mbo, komen haar leerlingen binnen met een bijzonder laag niveau Nederlands, waar collega’s hun benen uit hun lijf lopen om de studenten aan de diploma-eisen te laten voldoen. Onbegonnen werk!

Dit artikel is ook verschenen in ‘Het Onderwijsblad’ (AOb) van februari 2024 onder de titel ‘Vmbo in paniek’.